-
1 Nummer
Nummer〈v.; Nummer, Nummern〉♦voorbeelden:laufende Nummer • lopend nummer(nur) eine Nummer sein • (maar) een nummer zijnunter der Nummer … zu erreichen • (telefonisch) te bereiken onder nr. …〈informeel; figuurlijk〉 eine Nummer, einige Nummern zu groß für jemanden sein • iemands mogelijkheden, financiële draagkracht te boven gaan5 du bist mir eine feine, schöne Nummer! • je bent me ook een mooi nummer!〈 informeel〉 auf Nummer Sicher, sicher gehen • geen risico nemen, het zekere voor het onzekere nemen -
2 laufende Nummer
-
3 current
adj. lopend, aktueel; tegenwoordig; aanwezig--------n. stroom; gang, set (schaken); proces; tendens, richtingcurrent1[ kurrənt]3 loop ⇒ gang, tendens♦voorbeelden:♦voorbeelden:direct current • gelijkstroom————————current21 huidig ⇒ actueel, lopend2 gangbaar ⇒ geldend, heersend♦voorbeelden:1 the current issue of Time • het laatste/nieuwste nummer van Time〈 economie〉 current cost • nieuwwaarde, vervangingswaarde -
4 laufend
laufend2 doorlopend ⇒ voortdurend, gestaag♦voorbeelden:1 das laufende Meter • de, per strekkende meterjemanden auf dem Laufenden halten (über eine Sache) • iemand op de hoogte houden (van iets)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский